Toen ik de eerste aflevering van het nieuwe seizoen van De Luizenmoeder had gezien kwam ik op het idee om wat te schrijven over falen. Stel je voor dat je moeder bij ieder obstakel klaarstaat met haar vangnetje, dan wordt je toch bij voorbaat al bang om te vallen?
Niet blokkeren
Wat je als docent natuurlijk het liefst wilt zien zijn leerlingen die staan te popelen om te leren en die het leerproces beschouwen als een ontwikkeling. Ze gaan de uitdaging aan om iets nieuws te proberen en zijn niet bang voor een slag of stoot. Dit is een typisch voorbeeld van een groei gerichte mindset. Maar je hebt natuurlijk ook te maken met leerlingen die iets minder goed met een tegenslag om kunnen gaan. Ze gooien de handdoek in de ring omdat ze vinden dat ze het niet kunnen. Bang om te falen. De comfortzone is een veilige keuze voor ze. Helemaal niet erg (of herkenbaar!) maar het blokkeert soms wel de vrijheid om gewoon maar te doen.
Vragen stellen
Onderzoekend en probleemoplossend leren, het nieuwe leren volgens de 21 eeuwse vaardigheden, stimuleert de groeimindset op de juiste manier door leerlingen de vrijheid te geven om vanuit hun eigen interesse iets te ontdekken. Het kan nog wel eens spannend of moeilijk zijn voor een leerling om te beginnen aan iets nieuws. Dan is het aan jou als docent om “dit kan ik niet” te veranderen naar “dit kan ik NOG niet”. De juiste vragen stellen zijn dan vooral belangrijk: Wat lukt er dan niet? Hoe zou je dit kunnen oplossen? Wat zou een volgende stap kunnen zijn? Of moet je misschien een stapje terug nemen?
Goed of fout
De beeldende vakken zijn ideaal om dit nieuwe leren toe te passen en plezier te ervaren in het ontwikkelen en onderzoeken van jezelf en je kunnen. Kunstvakken bieden een veilige omgeving waar leerlingen zichzelf mogen zijn, hun stem kunnen laten horen en elkaars achtergrond leren kennen. Als docent ben je verantwoordelijk om ze dit veilige gevoel te geven. Hoe zou je dit kunnen integreren in de lessen? Vermijdt bijvoorbeeld de eeuwen oude ‘goed’ of ‘fout’ criteria door leerlingen op hun eigen werk en creatieve proces te evalueren. Laat ze goed zoeken naar woorden en herhaal wat er gezegd is. Je kan hierdoor dieper met leerlingen in gesprek gaan en doorvragen wanneer ze zichzelf te hard beoordelen.
‘Ik heb dat nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan!’ – Pippi Langkous
Een andere tip is om klassikaal of in groepjes te brainstormen over oplossingen voor een probleem. Op die manier krijgen leerlingen het gevoel dat ze geholpen worden zonder dat ze er naar gevraagd hebben en dus niet ‘dom’ overkomen. Ze krijgen ideeën en inspiratie van anderen. Dat laatste is vooral belangrijk, want je stimuleert het opbrengen van waardering voor de ander. Leerlingen die bang zijn om te falen hebben soms de neiging om het succes van anderen te zien als bedreiging voor hun eigen kunnen.
Ga in gesprek
Het is trouwens helemaal geen gek idee om het gesprek over falen eens openlijk in de klas te voeren. Leerlingen krijgen van en over elkaar te weten hoe er over falen wordt gedacht. Het kan een verademing zijn om te horen dat je medeleerling ook moeite heeft met voor de klas staan of niet graag naar gymnastiek gaat vanwege de prestatiedruk. Je krijgt vanuit verschillende oogpunten te horen hoe falen wordt geïnterpreteerd. Niet alleen de leerlingen maar ook de docent heeft hier baat bij.
Falen als ontwikkeling
In onze workshops en projecten streven wij ook naar meer faalplezier. We leggen de focus op experimenteren, ontdekken en kijken. Het gaat niet om iets goed kunnen uitvoeren of mooi maken, maar om het maak- en denkproces. We zien falen meer als een ontwikkeling. Een goed voorbeeld hiervan is het project Vouwstenen. We zijn de afgelopen maand langs basisscholen geweest in gemeente Noordenveld om met de leerlingen te bouwen. Leerlingen gaan vanuit hun eigen nieuwsgierigheid onderzoeken hoe een vouwsteen werkt en wat je ermee kan doen. Wat eruit komt? Dat bedenken ze spelenderwijs.
Mijn persoonlijke tip is om wat vaker je eigen falen met anderen te delen. Het lucht op en werkt aanstekelijk. Falen en opstaan hoort ten slotte bij het leven. Iets wat Ank ook maar al te graag in haar klas stimuleert!
Saskia Reijnders